Slijpen
De behoefte om ruwe edelstenen mooier te maken komt al in de oudheid voor. Steenbewerkers trachten stenen mooi rond te schuren en te polijsten. Vanaf de 15 e eeuw ontstond het facetslijpen. Met het slijpen en schuren van kleine vlakjes aan een steen werd gebruik gemaakt van het reflecterend vermogen van een steen: een heleboel kleine “spiegeltjes” weerkaatsen het er opvallende licht. Vanaf de 19 e eeuw werd het facetslijpen meer en meer beoefend en geprofessionaliseerd.
Slijpvormen
De bekendste facetslijpvormen zijn: de briljant, het achtkantje, de roos, het trappenslijpsel, het tafelslijpsel, de carré, de baquette, de ovaal en de peer.
Het briljantslijpsel heeft minstens 32 facetten aan de bovenzijde en minstens 24 facetten aan de onderzijde. Dit slijpsel wordt vooral gebruikt bij diamant.
Een achtkantje heeft zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde 8 facetten. Dit komt vooral voor bij kleine diamantjes. Slijpen is namelijk een dure aangelegenheid ! Een roos is een facettenslijpsel zonder “tafel” en zonder onderhelft. Wordt veel gebruikt bij granaat. Vooral om deze diep donkerrode steen een wat lichtere kleur te doen krijgen.
Het trappenslijpsel heeft evenwijdige lopende facetten. Deze lopen van de tafel af naar de rondist. Veel smaragden hebben zo'n slijpsel.
Het tafelslijpsel is wel een erg eenvoudige slijpsel. Gewoon een plat stuk steen, maar glad gepolijst. Is veel in gebruik als siersteen. Bijvoorbeeld bij onyx, de ondoorzichtige zwarte kwarts, in zegelringen.
De carré is een vierkant trappenslijpsel. De baquette is een rechthoekig trappenslijpsel.
De ovaal is uiteraard ovaal en is rond aan twee uiteinden. De peer is ook ovaal, maar aan één zijde rond en aan de andere spits toelopend.
Het spreekt vanzelf dat er allerlei meng- en fantasievormen zijn.
Het slijpproces
Voor het slijpen van een cabochon, een glad bol geslepen steen neme men een kiezelsteentje en zaagt deze mooi door midden (of slaat er met de hamer op). De platte kant wordt met verwarmde waskit (www.bijoumoderne.nl) op een (kit)stokje gekit. Op de bovenkant teken je met een kraspen de gewenste slijpvorm. Eventueel met behulp van een sjabloon. Op een slijpsteenmachine slijp je nauwkeurig langs de afgetekende lijn. De slijpsteen wordt voortdurend van (druppels) water voorzien. De druk op de steen moet gering zijn, anders krijg je barstjes. Als de grondvorm gereed is, begin je aan de bolle vorm. Maak draaiende bewegingen. Zorg voor ruim water, want het slijpsel moet weg kunnen en de steen moet kunnen afkoelen. Als je tevreden bent met de vorm, ga je over op een slijpsteen met een kleinere korreldikte: 220. Daarna ga je fijn slijpen met korreldiktes 400 en 600. Tenslotte ga je polijsten, met vilt of leer en polijstpoeder, tot een hoge glans is bereikt.
Voor het slijpen van je eerste briljant geslepen steen gebruik je een stukje rookkwarts. Op mineralen-beurzen ruimschoots te verkrijgen. Je zaagt, zo mogelijk met een steenzaag (diamantschijf, water), de grondvorm. Of kiest een al platte kant om hier de tafel, het grootste facet, met de hand te slijpen. Als het tafelslijpen gereed is, kit je de tafel met waskit op een kitstokje. De tafel, de bovenkant, noemen we de kroon. De onderkant noemen we het paviljoen. Je slijpt nu rond het stokje om de ruwe grondvorm te krijgen, de rondist. Dit is de grootste breedte van de steen. De onderkant, het paviljoen, slijp je in de vorm van een kegel van 45 graden op 2 / 3 van de hoogte van de steen. De andere 1 / 3 gebruiken we voor de kroon. Van te voren heb je natuurlijk een slijpplan getekend: hoe moet de steen er uiteindelijk uitzien en hoeveel facetjes moeten er worden geslepen. Het slijpen van facetjes gaat steeds in tegenoverliggende paren. Als je het paviljoen gereed hebt, kit je een stokje loodrecht op de andere helft van de steen en verwijdert het eerste stokje. Je gaat verder met het slijpen van de kroon. Na het fijnslijpen met steeds kleinere korrels gaat je polijsten met polijstpoeder tot je een tevreden resultaat hebt bereikt.
Het spreekt vanzelf dat speciale faceteermachine's (zie boven) tot een beter resultaat leiden. In de edelsteenindustrie worden volautomatische machine gebruikt. In Nederland worden slijpcursussen gegeven onder meer Geode Zwijndrecht, Steenarend Eindhoven, NLC 's-Gravenhage.
http://www.nedgemlab.nl T 078-6736376 M 06-2211 5440 email: k.hoving@hetnet.nl
Slijpen, lapidarie